Matas Electronics B.V.

Ict-studenten werken volop mee aan opmars Matas richting Industrie 4.0

26 oktober 2016 door Webmaster

 

‘Één op de zeven is als stagiair begonnen’

 

Hightech elektronicaproducent Matas automatiseert voortdurend verder. Medewerkers worden steeds meer operator. En alles wordt met alles gekoppeld. ‘We willen ultieme controle over de workflow.’ Voor het schrijven van de vele benodigde software zet Matas naast de eigen ict-medewerkers continu mbo- en hbo-stagiairs in. Dat kost tijd, maar levert genoeg op.

Matas in Best produceert hoogwaardige elektronische producten in alle afmetingen en samenstellingen, in kleine tot middelgrote series. Robin van der Avoort, vierdejaarsstudent software engineering aan hogeschool Fontys, loopt er stage. Hij werkt aan een grafische module die de productie van de smt-lijnen (voor surface-mount technology) qua machinebelading en bemensing optimaal inplant. ‘Hoezo is zo’n module niet op de markt, denk je dan’, zegt algemeen directeur Guido Bergman. ‘Maar wat wij precies willen, is er niet of nóg niet. Daarom doen we het zelf. Dat gaat sneller, is goedkoper en we hebben maatwerk.’

‘We hebben het liefst hbo’ers die zijn doorgestroomd vanuit het mbo – met veel praktijkervaring’

Van de zestig medewerkers doen er zes continu ict-werkzaamheden. Matas heeft in de regel drie ict-stagiairs in huis. Het steeds verder automatiseren van de processen heeft topprioriteit. ‘We hebben de meest uiteenlopende software draaien: voor CAD, uren- en projectregistratie, een ERP-pakket van ISAH, AccountView, noem maar op. Ons machinepark draait veel op zelf ontwikkelde software. We stoppen zoveel mogelijk intelligentie in het totale bedrijfsproces, we werken aan Industrie 4.0.’

‘Ons machinepark draait veel op zelf ontwikkelde software. We stoppen zoveel mogelijk intelligentie in het totale bedrijfsproces.’

Software-engineer Rob Gloudemans (als stagiair informatica vanuit de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ooit gestart bij Matas) heeft een compleet nieuw framework voor slimme datakoppeling opgezet. ‘Dan heb je het over 150 koppelingen van alle mogelijke kanten; één grote spaghetti, alle software kende eigen log-ins. Dat moet één slim geheel worden.’ Matas is met softwareleveranciers en machinebouwers in gesprek over meer integratie, maar dat duurt lang. ‘Wat vandaag nodig is, hebben we binnenshuis ook in korte tijd gebouwd en ingevoerd.’ Matas werkt daarbij regelmatig samen met collega tbp electronics in Dirksland, die met vergelijkbare behoeften zit.

Serieuze selectie

Het levert één voortdurende stroom van werk op voor de eigen ict’ers en stagiairs. Die laatsten komen veelal van Fontys. En deden voorheen vaak ieder hun eigen opdrachtje. Nu zitten ze bij elkaar in één ruimte en kunnen elkaar ondersteunen. Ze draaien mee in een werkgroep met onder meer een systeembeheerder, engineer en iemand van logistiek. Het heldere framework geeft veel houvast: wat moet er nog ontwikkeld worden en hoe hangt het allemaal met elkaar samen?

Een stagebemiddelingsbureau zoekt geschikte kandidaten, kent de wensen en eisen: stagiairs moeten kennis hebben van in ieder geval programmeertalen als SQL en PHP, en affiniteit met laravel of een ander framework. De maakindustrie moet hen aanspreken. Ze komen officieel op sollicitatiegesprek. Gloudemans: ‘Dan merk je meteen of het klikt. Robin bleek in z’n vrije tijd aan web development te doen. Zo iemand heeft meteen mijn interesse.’ Studenten krijgen een proefopdracht mee. Dat is geen toelatingstoets, maar het geeft bij de start van de stage meteen input voor overleg. Hoe heeft de nieuwe stagiair die eerste opdracht aangepakt?

Opbrengst

Natuurlijk is er een leercurve, benadrukt Bergman. ‘De eerste stagemaand van de zes moet een student wennen aan ons bedrijf en het werk; hij maakt kennis met onze databases, servers en terminologie. Dan komt er een plan van aanpak op tafel en kan hij een maand of twee, drie echt goed bezig zijn met programmeren. De vierdejaars doen ook nog een eigen onderzoek.’ Begeleiden is leuk, maar kost tijd. Soms krijgt een student een project net niet op tijd opgeleverd tijdens zijn stage. ‘Als ik zelf mijn tijd in programmeren in plaats van al het begeleiden had gestoken, was ik wellicht klaar geweest. Maar zo moet je niet denken. Stagelopers leveren altijd wat op’, zegt Gloudemans. Matas ziet studenten opleiden ook als zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als een goede kweekvijver voor talent. Eén op de zeven medewerkers was ooit stagiair bij Matas. Bergman: ‘Dat geldt voor Rob, en ook voor mij. Ik vind het bovendien leuk eigen kennis en inzichten uit te dragen. En jongeren kunnen hun ideeën inbrengen. We hebben het liefst hbo’ers die zijn doorgestroomd vanuit het mbo. Die hebben veel praktijkervaring. Mensen die na de havo naar het hbo zijn gegaan, hebben soms nog geen werkvloer gezien.’

Stagiair Robin van der Avoort was al ingewerkt voordat zijn stage startte. ‘Ik heb gesolliciteerd naar een stageplek en ben vlak daarna eerst vakantiewerk bij Matas gaan doen. Zo leerde ik de mensen en de structuur van het bedrijf al wat kennen – en in de vakantie heb ik een aantal projecten afgemaakt van andere stagiairs. Ik vind het interessant te zien wat ze hier maken en hoe zo’n industrieel bedrijf werkt.’ Bij de start van zijn stage kon Robin meteen al een zwaarder project aan. Rob Gloudemans begeleidt hem en met een stagebegeleider op school onderhoudt hij contact via onder meer de mail. Om de zoveel tijd loopt hij met een stagiair overal doorheen. Voordat een nieuw stuk software live gaat, wordt het uit en te na getest. De foutkans is klein.

Lastige overstap

Rob Gloudemans: ‘Sommige stagiairs werken uitstekend en denken volop mee. Een vorige stagiair is met advanced shipping notification bezig geweest: hadden onze magazijnmedewerkers eerst vijftien muisklikken nodig om een component op de goede plek te krijgen, nu volstaan twee simpele scanbewegingen. Bij andere stagiairs denk je: ‘Oké, leuk dat je er was, maar veel heeft het niet opgeleverd’.’ Werken in een bedrijf is toch anders dan studenten verwachten, aldus de Matas’ers. ‘Op school krijgen ze de perfecte voorbeelden en databases, maar de werkelijkheid is nooit perfect. Die overstap is lastig.’ Bovendien ontbreekt vaak actuele kennis. ‘Lesprogramma’s veranderen niet continu; dat kan niet door de exameneisen. Wat een ict-student nu in het eerste jaar leert, is tegen de tijd van afstuderen helemaal verouderd. Sommige kennis ontbreekt: opleidingen moeten bijvoorbeeld meer doen aan versiebeheer binnen een project. Iedere keer geef ik een eigen workshopje aan stagiairs; documentenbeheer is echt wat anders dan een stel mapjes aanmaken.’ Opleidingen kunnen ook wel vaker voorbeelden uit de industrie aanhalen of iets over de workflow in een bedrijf vertellen. Dat soort opmerkingen spelen ze door naar de opleidingen. En vaste stagebegeleiders, nog iets waarvoor ze pleiten. Nu zien ze steeds weer andere docenten. ‘Dan kun je niet de relatie opbouwen zoals je wilt.’ Guido Bergman vindt het contact met school belangrijk. ‘Dat is nu twee keer per stage: de docent komt naar ons voor een kennismakingsbezoek. En we spreken de docent tijdens de eindpresentatie op school of hier in Best. Mocht de leerling niet voldoen, dan nemen we wel eerder contact op.’ Stagebegeleider Rob Gloudemans is zeker bereid gastcolleges in het beroepsonderwijs te geven, als de gelegenheid zich voordoet. ‘Uit mijn eigen studie herinner ik me de leraren vanuit het bedrijfsleven het beste, van hen heb ik veel geleerd. Ze staan met één been in de praktijk en één been in het onderwijs. Ideaal.’

link Magazine 2/16:

https://issuu.com/henjuitgevers.nl/docs/link-02-2016